Terug naar overzicht

7 tips over het werken in complexe scheidingen

Bijna elke jeugdzorgwerker heeft er wel eens mee te maken: complexe scheidingen. Veel professionals ervaren dit als ingewikkelde problematiek. Hoe voorkom je dat je onderdeel van de strijd wordt? Of partij kiest? En vooral: hoe zorg je ervoor dat het weer écht over het kind gaat?

Advizo sprak Melissa Wallet-Meijer. Een ervaren trainer én jeugdbeschermer die op onze kwartaalbijeenkomsten al geruime tijd, met groot succes, de training complexe scheidingen verzorgt. Melissa gaf ons een aantal tips die jeugdzorgwerkers kunnen helpen in hun dagelijkse praktijk.

Tip 1: Start met dossieranalyse

Melissa vertelt dat dit in de praktijk nog heel weinig gebeurt. Vaak heb je al een idee hoe je een casus aan wil pakken zodra je hoort dat het een complexe scheiding is. Het risico daarvan is dat je voorbij gaat aan casus-specifieke problemen. Melissa raadt aan om het dossier goed te lezen. Wat heeft dit gezin al gehad aan hulpverlening? Heeft dit wel of niet gewerkt? Wat is er al geprobeerd om deze mensen nader tot elkaar te krijgen? Dit geeft inzicht in het conflict en hoe iedere schakel van het gezinssysteem zich daarin gedraagt. Je voorkomt dat je keer op keer hetzelfde probeert en kunt daardoor beter bepalen wat het gezin op dat moment nodig heeft!

Tip 2: Focus op het kind

Zorg dat je als professional altijd het kind in je achterhoofd houdt. Hoe heeft datgene wat er gebeurt effect op het kind? Psycho-educatie kan helpen om dit uit te leggen aan ouders. Soms zeggen ouders ‘Mijn kind heeft daar geen last van’. Ondanks dat jij de indruk hebt dat dit toch zo is. Hoe kun je dit dan aanpakken? Melissa raadt aan om goed door te vragen op basis van concrete situaties en op die manier te proberen ouders inzicht te geven in de belevingswereld van hun kind. Je kunt ook vanuit je eigen professionaliteit aangeven dat kinderen in dergelijke situaties er over het algemeen wél last van hebben. En vervolgens de ouder bevragen waarom hij of zij denkt dat dit niet voor zijn of haar kind geldt (omgekeerde bewijslast).

Tip 3: Betrek de kinderen

Het is voor kinderen van grote waarde om zelf een professional te hebben met wie ze kunnen praten, vertelt Melissa. Dit geeft hen het gevoel dat er iemand écht naar ze luistert en voor hen beschikbaar is. De kinderen worden daardoor niet gehinderd door wat ouders zeggen of vinden. In sommige gevallen kan het helpend zijn een aparte professional te koppelen aan de kinderen. Deze hulpverlener kan hen ook uitleg geven hoe zij zelf zaken naar voren kunnen brengen in gesprek met ouders én kan de mening van kinderen naar voren brengen in gesprek met ouders. Dit kan bijvoorbeeld door vragen te stellen als ‘Wat zou je zoon/dochter er van vinden als je dit zegt?’. Op deze manier functioneert de professional als buffer tussen kind en ouders. Melissa benadrukt nog wel dat wanneer het trauma of verlies bij ouders nog té groot of te vers is, het contra-productief kan werken om ouders in de gesprekken steeds te wijzen op het belang van het kind. Dit vormt dan een trigger, welke het conflict verder doet oplaaien. En dat terwijl er beter eerst aandacht uit kan gaan naar het trauma of verlies.

Tip 4: Pak de escalatieladder van Glasl erbij

Conflicten doorlopen verschillende fasen, legt Melissa uit. Elke fase vraagt zijn eigen aanpak. Als professional is het dus handig om te weten in welke fase het conflict zich bevindt, zodat je jouw aanpak daarop af kunt stemmen. De escalatieladder van Glasl beschrijft deze fasen.

Fase 1: win-win
Fase 1 is de fase van ruzie. Ouders hebben in deze fase strijd over de inhoud en praktische zaken, zoals bijvoorbeeld geld, bezoekregeling, schoolkeuze en invulling van de vakantie. In interventies is het dan ook zinnig om in te steken op de inhoud. Hoe je dat kunt doen? Vragen stellen om duidelijk te krijgen waarom ouders belangrijk vinden wat ze belangrijk vinden. Vaak uiten zij kritiek op de ander, en ontstaan er discussies waarin kritiek op kritiek komt. Terwijl er eigenlijk een zorg achter ligt. Aan jou als professional de uitdaging om te ontdekken welke zorg dat is en waar je een gemeenschappelijk belang kunt vinden. Vanuit dat gemeenschappelijke belang zijn er weer afspraken te maken.

Fase 2: win-lose
In deze fase gooien ouders vooral met modder. Strijd vindt plaats op communicatieniveau. Ouders hebben het niet meer over de inhoud, maar praten vooral in verwijten over hoe ze elkaar zien en hoe ze met elkaar omgaan. Je kunt hierbij denken aan uitspraken als ‘Met jou valt helemaal geen afspraak te maken’, ‘Wat ben jij toch een waardeloos mens’ en ‘Jij bent nog nooit een belofte nagekomen’. In deze fase krijgen ouders voor zichzelf keer op keer de bevestiging dat het geen zin heeft om met de ander te praten. Een veelgemaakte vergissing vanuit de professionals is om ouders toch te dwingen om over de inhoud te praten. Dat heeft geen zin, legt Melissa uit. Het is nu vooral belangrijk om te investeren in metacommunicatie: achterover zitten, observeren wat er gebeurt, en vervolgens pijnlijk eerlijk durven zijn over wat je ziet gebeuren. Dit geeft ouders inzicht in hun disfunctionele communicatiepatronen. Het kan helpend zijn om twee genogrammen te tekenen: een met een boksring er omheen waarbij alleen de generatie van ouders getekend is; dit genogram staat symbool voor hun rol als (strijdende) ex-partners. En daarnaast een waarbij ook de generatie van de kinderen getekend is. Dit genogram staat symbool voor hun rol als ouder. In gesprek kun je ouders hiernaar verwijzen om hen te attenderen vanuit welke rol zij op dat moment communiceren. Nadat het gesprek wat meer tot rust is gekomen, kun je het met elkaar pas weer hebben over de inhoud.

Fase 3: lose-lose
Fase 3 is de alarmfase. Melissa geeft aan dat er in deze fase vaak geen communicatie met beide ouders aan tafel meer mogelijk is. Het conflict is dusdanig verhard dat er onveiligheid ontstaat voor zowel de ex-partners als voor de kinderen. Gezamenlijke gesprekken voeren is dan ook niet meer het voornaamste doel; het is zelfs een contra-indicatie. Mediation is niet meer mogelijk. Als professional is jouw belangrijkste taak om aandacht te hebben voor de veiligheid van het kind. Dit kun je doen door de risicofactoren en beschermende factoren te taxeren, en vervolgens veiligheidsafspraken te maken over bijvoorbeeld de omgang. In deze fase kan er risico zijn op ontvoering of een gezinsdrama. Soms ‘onthecht’ het kind van de ouder waar geen contact meer mee is. Melissa noemt het bewust geen ouderverstoting, omdat het een proces is waarin het kind zich losmaakt van een van de ouders om zelf te overleven in de situatie van ‘gespleten loyaliteit’.

Tip 5: Heb aandacht voor mogelijkheden en beperkingen

Niet alleen bij ouders, maar ook vanuit professionals ligt vaak de focus op het conflict. Dit terwijl er vaak als gevolg van de scheiding ook onderliggende trauma’s zijn bij ouders en/of kinderen. Wat heeft eenieder verloren? Hoe ziet de rouwverwerking eruit? Wat hebben de gezinsleden individueel nodig om ook weer ruimte te ervaren om vooruit te kijken met elkaar? Aandacht voor onderliggend verlies of trauma kan het conflict en de onderlinge communicatie verzachten en een weg banen naar een nieuwe ‘samenwerking’ als partners in ouderschap.
Daarnaast kan het zijn dat er persoonlijke problematiek speelt, bijvoorbeeld psychiatrie of een verstandelijke beperking. Dan is het goed om te kijken of er probleem-specifieke hulpverlening betrokken is of moet worden. Die professional kan vervolgens ondersteunen in het hulpverleningsproces.

Tip 6: Eigenaarschap leggen daar waar het hoort

Voel jij je verantwoordelijk om alles op te lossen in een complexe scheiding? Of proberen ouders jou verantwoordelijk te maken? Lees dan deze tip goed door! Eén van de belangrijkste tips die Melissa heeft om deze casussen als professional niet mee naar huis te nemen is de verantwoordelijkheid daar te laten waar die hoort.
In complexe scheidingen wordt er, ook door professionals, vaak gesproken over ‘we’. En dat terwijl ouders verantwoordelijk blijven! Leer jezelf dus aan om ‘jullie’ te gebruiken en dit ook zo te ervaren. Op het moment dat de ene of andere ouder iets doet wat niet handig is, ook daar het eigenaarschap leggen waar het hoort. Dat betekent dus feedback geven op hoe die ouder zich gedraagt in het conflict en daarin pijnlijk eerlijk durven te zijn.

Ingrediënten die kunnen helpen in de aanpak zijn:

  • Gezamenlijke gesprekken: daar waar mogelijk gesprekken met beide ouders samen voeren. Dit vermindert het risico op ruis en voorkomt dat jij een boodschapper wordt tussen ouders. Realiseer je wel dat het voeren van gezamenlijke gesprekken een middel is om de communicatie te verbeteren, niet een doel op zich! Wanneer het bij aanvang van een casus niet mogelijk is, kun je eventueel wel tussenstappen bedenken om uiteindelijk te komen tot gezamenlijke gesprekken. Koppel hier een tijdspad aan om het concreet te maken!
  • Mails in cc: alle mailwisseling tussen ouders en hulpverlening wordt in cc naar elkaar gedaan. Op die manier voorkom je dat jij met informatie komt te zitten die een van de ouders niet weet.
  • Stel veel vragen: maak ouders bewust van hun communicatiepatroon en hoe zij dit kunnen doorbreken. Jouw taak is vooral om ouders het inzicht te geven dat ze zelf de sleutel tot de oplossing zijn. En weet: mensen kunnen en willen wel veranderen, maar willen niet veranderd worden!

Tip 7: Verwachtingen bijstellen

Stel jij in complexe scheidingen vaak het einddoel dat ouders weer goed met elkaar kunnen communiceren? Of dat het kind onbelast contact met beide ouders kan hebben? Uiteraard is dit de ideale situatie, echter blijkt het regelmatig niet haalbaar in complexe scheidingscasussen. Melissa geeft dan ook als belangrijke tip om je verwachtingen als professional bij te stellen. Wees tevreden met kleine stapjes vooruit en accepteer dat het niet in alle gezinnen lukt om de ideale situatie te bereiken.

Aan de slag!

We hopen dat deze tips je wat handvatten geven om de complexe scheidingen in jouw caseload een stapje verder te helpen! Laat het ons en je collega professionals weten als jij nog gouden tips hebt!